Het Open Luchtmuseum is een smeltkroes van activiteiten. Dagelijks beoefenen tientallen vrijwilligers oude ambachten. Ze werken als zwetende smid of zwoegende molenaar. Spinsters verwerken schapenvachten tot wol, waar ijverige breisters sokken van maken voor de jongens, die in WO I zonder uitrusting naar het front werden gestuurd. In de winter wordt er van appels en peren uit het park, stroop gekookt.
De stroopkokerij
In de stroopkokerij Terstraaten, een van de oude boerderijen in het Lint, kan je je kont niet keren. Twee enorme koperen ketels en een ouderwetse houten pers nemen de ruimte bijna volledig in beslag. Behendig draaien 2 vrijwilligers om elkaar heen. Ik zie dat ze goed op elkaar zijn ingespeeld, want ze voeren ieder hun taken uit zonder al teveel woorden te wisselen.
De stroopkoker
Hans is een van de vrijwilligers die elkaar dagelijks aflossen in de stroopkokerij. Zomers is hij touwslager. s’ Winters kookt hij stroop. Met zijn witte baard, stoere alpinopet en ribtuinbroek past hij naadloos in deze omgeving. Terwijl Hans sjouwt met fruit en water en uitlegt waar hij mee bezig is, schiet hij zijn collega te hulp als hij ziet dat ze zich vergist in de volgorde van een cruciale handeling.